dobbelspel vat klein

5,00

Begin van het spel: De staafjes worden gelijkmatig onder de spelers verdeeld.

De spelers gooien nu om de beurt in de richting van de klok.

Super Six met één dobbelsteen. In het deksel zijn 5 uitsparingen aangebracht welke voorzien zijn van nummer 1-5

Werpt nu een speler één van deze vijf getallen, en de betreffende uitsparing is leeg, dan mag hij/zij deze opvullen met één staafje.

Is de uitsparing echter reeds bezet dan dient de speler het daar aanwezige staafje tot zich te nemen.

Het cijfer 6 is een geluksgetal, wanneer deze gegooid wordt mag men een staafje afstorten via het middelste gaatje waar het tot het einde van het spel blijft zitten. Het is belangrijk dat bij de eerste ronde iedere speler één keer gooit.

Vanaf de tweede ronde mag men zoveel werpen als dat er gaatjes gevuld kunnen worden.

Zodra men echter een getal gooit waarbij het betreffende gaatje bezet is, dient men dit staafje tot zich te nemen en gaat de beurt naar de volgende speler.

Zodra één van de spelers al zijn staafjes heeft kunnen afstorten in het gaatje nr.6 is het spel afgelopen en is de winnaar.

 

Uitverkocht