Kalaha awalé

De spelers zijn om en om aan de beurt. In zijn beurt moet de speler eerst zaaien en daarna kan hij eventueel oogsten.
Zaaien: In zijn beurt kiest de speler een kuiltje uit zijn rij met daarin ten minste één besje. Hij neemt alle bessen uit dit kuiltje in zijn hand en plaatst deze één voor één in de kuiltjes, tegen de richting van de klok in. In elk kuiltje dat hij tegenkomt komt één besje, tot alle bessen uit zijn hand zijn gezaaid.
Oogsten: Indien het laatste besje is gezaaid in een kuiltje in de rij van zijn medespeler en als hierin nu 2 of 3 bessen liggen, mag de speler deze bessen oogsten. Hij neemt de bessen van het spelbord. Indien in het kuiltje ervoor (in de richting van de klok) ook 2 of 3 bessen liggen, dan mag de speler deze ook oogsten, enzovoort.
Vervolgens gaat de beurt naar de andere speler.

8 jaar